Dyslexie tips

Tips voor ouders en leerkrachten welke kunnen bijdragen
aan een constructieve omgang met dyslexie problematiek.

Tips voor ouders

    • Elke dag minimaal 15 minuten voorlezen tot en met groep 8

Voorlezen is heel belangrijk voor kinderen die zelf nauwelijks lezen, omdat het kind daarbij ongemerkt aan zijn of haar taalontwikkeling werkt. De woordenschat wordt uitgebreid. Het kind leert zich verplaatsen in andere personen en in onbekende situaties. Het kind ontdekt dat boeken (en lezen) leuk zijn.

    • Samen lezen

De ouder leest het begin van een boek, totdat het kind goed in het verhaal zit en nieuwsgierig is naar de afloop. Doordat de structuur van het verhaal het kind dan duidelijk is, zal het meestal in staat zijn het boek zelf uit te lezen.
Kies hiervoor uitsluitend boeken die het kind leuk vindt. Vindt het kind het boek bij nader inzien toch niet leuk, dan niet verder lezen, maar een ander boek kiezen

    • Thuis een leessfeer creëren

Hoe doe je dat? – Lezen in aanwezigheid van het kind – Reageren op wat je leest. Laten zien dat lezen iets met je doet en dat je dat leuk vindt. Hierbij hoeft het niet alleen te gaan om boeken. Ook kranten of tijdschriften zijn hiervoor geschikt. – Kinderen meenemen naar de bibliotheek – Voorlezen

    • Abonnement nemen op een populair jeugdtijdschrift, waar het kind warm voor loopt

Hierbij valt te denken aan: – Donald Duck: goede letter, weinig tekst, korte verhalen en leuk – Penny: voor paardengekke meisjes – Tina: voor meisjes – Zo zit dat: voor kinderen die alles willen weten

    • Series lezen

Het kind proberen te interesseren voor een boek uit een serie. Als het kind het boek leuk vindt, wil het ook andere delen uit de serie lezen.

    • Dagelijks 10 minuten samen lezen oefenen

Volg hierbij de volgende methode: – Neem een boek dat een paar AVI-niveaus hoger is dan het kind normaal leest. – Lees een stuk voor. Het kind leest in zichzelf mee. Begin met een bladzijde tekst. De lengte van het voor te lezen stuk aanpassen aan de praktijk. Gaat het niet goed: een korter stuk nemen. – Daarna leest het kind zelf de tekst voor. Laat het kind niet hakkelen, maar zeg het woord voor. Het woord wordt dan niet fout ingeslepen. Het kind blijft leesplezier houden, omdat het vlot door kan lezen.