Dyslexie en logopedie
De rol van de logopedist bij dyslexie
Logopedisten zijn vaak al in een vroeg stadium betrokken bij kinderen met dyslexie. Die zijn soms nog niet in het leesproces vastgelopen, maar vertonen al wel risicofactoren. Een vroege adequate begeleiding (onder andere met klanken en letters werken) kan dyslexie weliswaar niet voorkomen, maar verkleint wel de uitingsvorm ervan. De behandeling door een (gespecialiseerde) logopedist levert zo een grote bijdrage aan het voorkomen van leesproblemen en het verminderen van de gevolgen. Behalve logopedisten zijn er andere beroepsgroepen betrokken bij de diagnose en behandeling van dyslexie: Orthopedagogen, psychologen, remedial teachers. Logopedisten onderscheiden zich omdat zij de deskundigheid hebben van diagnostiek, indicatiestelling en therapie van spraak- en taalstoornissen.
Logopedie omvat specifieke kennis over fonologie en oproepsnelheid die nauw samenhangt met diagnostiek en begeleiding. De risicogebieden voor het leren lezen en/of spellen zijn het werkterrein van de logopedist. Met name zijn/haar signalerende en interveniërende rol bij de vroegtijdige opsporing van risicokinderen is groot. Ook bij het aanvankelijke en voortgezet lezen is een ondersteunende rol weggelegd voor de logopedist. Het einddoel van technisch lezen wordt gedefinieerd als ‘stil lezen met begrip’. Ook bij dit begripsmatige aspect van het lezen wordt het specifieke werkterrein van de logopedist aangesproken, namelijk de taalontwikkeling en de woordenschat.
Samenhang spraak-/taalmoeilijkheden en dyslexie
Veel kinderen met ernstige spraak/taalmoeilijkheden (ESM) ontwikkelen op latere leeftijd dyslexie. In de wetenschappelijke literatuur worden percentages van wel 40-50% genoemd waarbij de combinatie van taalproblemen en dyslexie vaker bij jongens dan bij meisjes voorkomt. Er zijn vier typen taalleerproblemen te onderscheiden die ten grondslag liggen aan moeite met lezen, spellen en rekenen:
- Auditieve verwerkingsproblemen
- Spraakproblemen
- Grammaticale problemen
- Problemen met de betekenisverlening
De rol van de logopedist bij auditieve verwerkingsproblemen
Leerlingen met auditieve verwerkingsproblemen hebben moeite met het onderscheiden, herkennen, analyseren en synthetiseren van spraakklanken. Alleen auditieve oefeningen leveren voor het leren lezen erg weinig op. Lezen bestaat uit meer dan alleen de auditieve component. Juist de koppeling tussen de auditieve en de visuele component is belangrijk. Een logopedist leert een kind om met klanken te manipuleren waarbij in een vroeg stadium met klanken en letters wordt gewerkt. Het effect hiervan is bewezen.
De rol van de logopedist bij spraakproblemen
Een logopedist is alert op het blijvende effect van spraakproblemen bij lezen en spellen. Bij de behandeling komt de auditieve, visuele en spraakmotorische component van de woordstructuur aan de orde. Kinderen moeten een woord horen, zien (letters en mondbeeld) en uitspreken.
De rol van de logopedist bij grammaticale problemen
Grammaticale problemen bij kinderen zijn vooral terug te vinden bij het niet correct kunnen toepassen van regels met betrekking tot woordvorming, zinsbouw en spellingregels
De rol van de logopedist bij problemen met de betekenisverlening
Kinderen die problemen hebben met betekenisverlening hebben moeite met het vinden van de juiste woorden, met het leggen van relaties tussen woorden en met pragmatisch taalgebruik. Deze problemen komen tot uiting bij begrijpend luisteren, begrijpend lezen, het vertellen van verhalen zowel mondeling als schriftelijk (stellen). De logopedist kan een kind helpen om woordvinding en pragmatiek te benaderen via geschreven taal, zeker wanneer er sprake is van lees- en spellingproblemen.